Pompen of verzuipen


(komen elkaar tegen)
1
Goedendag, mijn heer
2
Halt! U gaat te ver!
1
Pardon?
2
Tot hiertoe en niet verder.
1
Waarom niet?
2
Als u verder gaat gaat u over de schreef!
1
Aha! En wat dan nog?
2
Dan moet ik repressieve tolerantie op u toepassen.
1
O. Ai. Dat is vervelend.
2
Wat u zegt.
1
Alleen de vraag is, voor wie?
2
Pardon?
1
Heel eenvoudig. Voor mij, omdat ik het slachtoffer word van repressieve tolerantie; of voor u, omdat ik daar op een geweldig emotionele manier op reageer?
2
Hah, en wat dan nog. Ik sta niet open voor uw gevoelens.
1
Het gedrag dat daaruit voorvloeit zult u toch moeilijk kunnen negeren.
2
Nogmaals, als u te ver wenst te gaan zie ik mij genoodzaakt repressieve tolerantie op u toe te passen.
1
En dat helpt dus niet, want ik reageer er geweldig emotioneel op.
2
Dan gaat u de bak in.
1
Pardon?
2
Vooruit, mee jij!
(een bankje. Heer 2 brengt heer 1 erheen, ketent hem vast en gaat weg)
1
Daar zit ik nu! Een staatsvijand die niet repressief getolereerd kan worden. Watzullen mijn kennissen hiervan zeggen? Hoe zullen mijn vrienden hierop reageren? Zullen mijn familieeden mij nog als aan hun verwant willen erkennen? Mij, die niet eens repressief getolereerd kan worden.
(heer 2 weer op)
2
Zo vriend, hier is je eten.
1
Ik haat u.
2
Dat zal wel ja.
1
Ik haat u, omdat u mij niet repressief kunt tolereren.
2
Dat is anders je eigen schuld. Als jij dar niet zo geweldig emotioneel op reageerde zou ik je niet opgesloten hebben.
1
U kunt niet tegen mij op! daarom maakt u gebruik van het staatsapparaat om mij buitenspel te zetten!
2
Ik heb weinig zin je los rond te laten lopen met zulke ideëen.
1
Ik ben te gevaarlijk! Ik ben te machtig! De enige macht die u over mij hebt is dat ik onder uw jurisdictie val!
2
Je eten staat daar. Ik kan het ook weer meenemen.
(af)
1
Ik, eenvoudig particulier burger, moet door deze staat op legale wijze kaltgestellt worden omdat ik te gevaarlijk ben! Anderen kunnen eenvoudigweg in het gareel gehouden worden door hen repressief te tolereren, maar ik! Ik heb niet gebogen voor de verlokking van het materieel ezit, ik heb doorgeleerd en me niet dom laten houden!Ik heb me niet laten afschrikken door een hoop moeilijkheden die ik me op de hals zou halen als ik voor mijzelf en mijn mening opkwam! Ik heb de macht van de repressieve tolerantie aangetast door hem te ontkennen. Ik zal de macht van deze staat aantasten door hem te ontkennen. De staat heeft geen macht over mij als ik haar die niet geef.
Cipier!
(heer 2 op)
1
Laat me gaan!
2
Wat?
1
Laat me gaan. U hebt geen macht over mij.
2
Je meent het.
1
Ik ontken dat u macht over mij hebt. Ik ben vrij als ík dat wil.
2
Grapjas.
1
De banden die mij met u verbinden verbreek ik bij dezen.
2
De band die jou met die bank verbindt zal je toch niet zonder mijn hulp kunnen verbreken, vriend. Ik geen macht over je? Je zegt het zelf: Laat me gaan. Een verzoek.
1
Maar daarna!
2
Zie maar dat je los komt.
(af)
1
Zou dat het zijn? De ideëen die je onderworpen houden aan de staat: loyaliteit, gehoorzaamheid aan de wet, aan het gezag - die kun je verwerpen maar de fysieke banden niet? De wet moet met straf - een fysiek middel - gehandhaafd worden. Fysieke banden kun je, zolang ze er nog niet zijn, niet aangaan. Angst voor straf houdt je braaf. Maar als je eenmaal vast zit, zoals ik...
Je moet zorgen dat je niet vast komt te zitten. Dus braaf zijn? Gehoorzaam zijn ten koste van jezelf?
Cipier!
(heer 2 op)
1
Ik wil het niet.
2
Zo.
1
U wilt dat ik doe wat u wilt.
2
't Is toch wat.
1
Maar ik wil het niet. Ik doe het niet. Laat me vrij. Uw gevangenis heeft geen nut.
2
Nee maar.
1
U zult niet bereiken dat ik doe wat u wilt ook al sluit u mij op.
2
Je doet ook niet wat ik niet wil.
(af)
1
Dus ik zit hier vast. Een veilig opgeborgen stoorzender. Ik ben verdacht. Als ik vrij was zou ik de staat proberen te ondermijnen, ook al zou ik dat niet doen. Want zo denkt de staat: zekerheid vóór alles. Vigilat ut quiescant. Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht. Elk mogelijk gevaar is een zeker gevaar. Dus heeft het voor mij ook geen zin om beterschap te beloven, als ik dat al zou willen.
Vraag: hoe kom ik hier vandaan? Ik weet het niet. Vraag: wat dan? Want dat is de kernvraag: waarom wil ik hier weg? waarvoor leef ik?
Cipier!
(heer 2 op)
1
Het grootste cliché aller tijden.
2
Nee werkelijk?
1
Het omvat alles. Als je het antwoord op die ene vraag hebt.
2
Maar dat is geweldig.
1
Sommigen menen zijn banaliteit te versluieren door hem in universele termen te stellen: waarvoor zijn wij op de wereld. Maar de echte vraag is veel persoonlijker: waarvoor leef ik? Wat wil ik?
2
Weet ik veel. Nou moet je es gped luisteren vriend. Ik word doodziek van dat filosofische geleuter van je. Het interesseert me niet en jij hebt er niets aan zolang je aan die bank gekluisterd zit. Dus hou je hoofd en word verstandig. Beter je leven, dan kom je misschien vrij.
1
Ik bén verstandig aan het worden. vandaar mijn filosofische verhandelingen. Ik denk na.
2
Niet in de richting die je naar de vrijheid leidt. En als je per se vervelend wil zijn - doe het dan in je eigen tijd en laat mij erbuiten.
(af)
1
Vervelend. Natuurlijk. Ik hinder de autoriteiten, daarom ben ik hier ook weggestopt. Ik ben vervelend - maar niet alleen in m'n eigen tijd, ook in die van anderen. Want vervelend - dat wil zeggen, vervelend voor de autoriteiten - is een aspect van mijn bestaan. Ik kan niet anders. Daarom ben ik hier ook weggestopt.
Want dat verstandig worden van u geldt evenzeer vanuit uw standpunt als dat vervelend zijn van u! En daarom zal ik het niet worden want daarmee zou ik mezelf tekort doen!
er 2 op)
2
Je hoeft niet zo te schreeuwen makker.
1
Ik wil dat u begrijpt wat ik bedoel! Dat u hoort wat ik tegen u zeg!
2
Ik heb het gehoord. En het gevolg is dat je hier hoogst waarschijnlijk niet meer vandaan komt. En is doorleven híer nou ook niet jezelf tekort doen?
1
dan zou er nog maar één oplossing zijn. En die staat u mij niet toe.
2
Nee. Je moet in ieder geval doorleven.
1
Híer doorleven. Want zelfs al zou ik u beloven mij in het vervolg te schikken naar de verlangens van de staat, dan zou u me toch niet geloven. U weet dat ik dat toch niet zou doen. U hebt gelijk. Daarom moet ik doorleven in deze gevangenis en er het beste van maken.
(na een pauze beiden af)
(komen elkaar tegen)
3
Ik ben niet van plan me erbij neer te leggen!
4
Ach man, wat maak je je toch druk. Waaom zou je zoveel moeite doen. Het eind van het liedje is dat je je toch maar overal bij neerlegt en je aanpast.
3:Ik niet! Ik ben moedig, sterk, jong, ik heb mijn principes! En ik kan eenvoudig niet anders. Ik kan me niet aanpassen en een plantenleven gaan leiden.
Misschien dat ik eens te oud word, dat de tijd komt dat het me allemaal niet meer uitmaakt, maar niet nu! Ik wil zelf leven en ik zal ervoor vechten! Wens me sterkte.
4
Okee, sterkte.
3
Je meent er geen pest van.
4
Nee. Ik heb niet jouw kracht. Ik heb niet jouw vertrouwen in mezlelf, jouw vastberadenheid. Ik ben zwak en laf.
3
Te zwak en te laf om mij sterkte toe te wensen en het te menen! Maar ik doe het wel zonder, want ik kan het zonder!
(beiden af)

25 juni 1978 Albert Visser