Adam en Eva in de hof van Eden

Hallo, creatuur van mij! Ik noem je Adam. Ik ben God.

Dag God. Ik ben dus Adam. Wat kom ik hier doen?

Weet ik veel. Het lijkt me wel leuk met jou om me heen. Ik voel me namelijk nogal eenzaam weet je.

O. Tja, het is natuurlijk niet makkelijk om de schepper van het heelal te zijn. Dus wat doe je dan, je schept jezelf gezelschap.

Precies. Je hebt het begrepen. Maar daarvoor heb ik je dan ook met verstand begiftigd.

Hartelijk dank daarvoor.

God, ik voel me zo alleen.

Hoezo, ik ben er toch?

Ja, maar, ziet u, ik ben voor u een soort speelgoed en dat bent u niet voor mij. Zou u voor mij geen stuk speelgoed willen maken?

Wat wil je hebben?

O, maak maar wat. Als het maar lekker warm is, leeft, mij aardig vindt, doet wat ik zeg en zo.

Jongen toch! Nou eis je meer dan ik van jou eis.

Hoezo? U wilt toch ook dat ik u dien en vrees? Toe nou God, ik voel me zo alleen.

Ja maar ik dan? Als ik voor jou een speelkameraadje schep dan heb ik iemand meer om mee te spelen.

Ach wel toch. U moet er gewoon voor zorgen dat ons spel met elkaar ook een spel van u is, waarmee u zich kunt amuseren. Zoiets als schaken tegen jezelf of zo.

Adam, je overteft me haast in slimheid. Weet je wat ik zal doen? Ik zal jullie kwade dingen influisteren en tegelijk van jullie eisen dat je het goede doet. Dat wordt lachen. Schaken tegen jezelf inderdaad, haha. Ga nu maar slapen jongen.

Sst! Hij slaapt.

Wie?

Adam, je speelkameraadje. Ik heb hem voor je gemaakt om mee te spelen, dan hoef je je niet zo alleen te voelen. Hij zal alles voor je doen als je het maar subtiel vraagt want ik heb hem een hele grote zwakheid gegeven: hij denkt dat jij er bent om hem te plezieren.

O God wat leuk! Een speelkameraadje! Eentje die leeft. En zo lekker warm.

Hallo speelkameraadje. Vind je mij aardig?

Ja hoor.

En wil je alles voor me doen?

Hoe bedoel je?

Bed opmaken, eten koken, afwassen, stof afnemen, boodschappen doen...

En jij dan?

Ja hoor eens, jij bent er om mij te plezieren.

O en als ik dat dan niet doe.

Dat vind ik gemeen. God!

Wat is er joh?

Ik vind het niet eerlijk. Hij wil niet doen wat ik zeg.

Het is een zij, Adam. Wat is er precies aan de hand, leg me es uit.

Nou ik vraag of ze alles voor me wil doen omdat ze er is om mij te plezieren en dan zegt ze "en als ik dat dan niet doe".

Als ik het niet dacht. Kom es even mee, Eva.

Eva?

Ja, dat ben jij. Kom.

Luister nou, dat is toch helemaal niet subtiel wat je nou doet. Zo krijgen jullie alleen maar meer ruzie. Jullie moeten allebei een beetje aan mekaar toegeven. Adam, kom es.

Ik wil dat jullie mij en elkaar iets beloven. Jullie zullen allebei elkaar plezieren en allebei werk voor elkaar doen. De een dit, de ander dat, zodat alles dat er gedaan moet worden gedaan wordt. Okee?

Dan heb ik het volgende voorstel. Ik schep voor jullie een wereld waarin een heleboel te doen valt. Jullie wonen ergens, dat moet schoon gehouden worden; jullie moeten elke dag eten, dat moet gekocht en klaargemaakt worden; en jullie moeten geld hebben want voor niks gaat alleen de zon op, en dat moet verdiend worden in het zweet jullies aanschijns door hard werk. Verzin een goeie verdeling, dat ga ik niet voor jullie doen en in je vrije tijd kunnen jullie dan elkaar plezieren. Zullen we dat zo afspreken? Wacht, ik zal het jullie laten zien.

God, dit is belachelijk.

Zo willen wij niet leven. Werken, werken, werken en het werk is nooit klaar en ruziemaken voordat je naar je werk gaat, ruziemaken op je werk, ruziemaken als je moe thuiskomt...

Sloven, sloven, sloven, het werk in huis is nooit gedaan en maar oppassen dat het allemaal netjes blijft en foeteren op je kinderen omdat ze het niet doen zoals jij wilt en schelden op elkaar omdat je allebei moe bent en je geen van beiden zin wilt toegeven...

Jij wilt niet dat we elkaar plezieren! Jij wilt dat we ons kapot werken, het kan je helemaal niet schelen of wij het leuk hebben. Jij wilt alleen maar dat we aardig voor jou zijn, eerbied voor je hebben, je loven, eren, prijzen, voor je zingen. Je geeft ons werk zodat we niet nadenken en je zegt dat je ons geschapen hebt zodat we je dankbaar zijn. Een stom schaakspel waar de stukken niks waard zijn maar alleen het tijdverdrijf dat jij er aan hebt telt!

Kom Adam, deze persoon hier heeft ons niets meer te vertellen.

Wat een onzin, bah.

Zo, dus jullie willen naar mijn woord niet luisteren. Mooi is dat. Ik heb jullie geschapen, ik heb alle macht over jullie. Als ik wil, laat ik jullie nu sterven en verkeren jullie de rest van de tijden in vreselijke folterpijnen. Want dat is een hiernamaals dat ik dan schep.

Doe niet zo belachelijk. De enige macht die jij over ons hebt is de macht die wij je toekennen. Jij bent niet méér God dan wij. Jij ons gemaakt? We waren er al. Jij hebt ons bij elkaar gebracht, okee, maar als wij het niet willen kun jij ons niet meer scheiden. Die folterpijnen van jou zijn folterpijenen voor jou, maar voor ons is elke hel die jij voor ons maakt een hemel als wij dat willen. En omgekeerd zoals je merkt, wij hebben het prima en jij baalt. Wat kun je meer dan ons het leven zuur maken? En dat lukt je niet eens want wij laten ons het leven niet zuur maken. God, Eva, Adam, what's in a name? Ga je mee Adam?

Nou goed, dan jullie niet. Maar er zijn nog duizenden andere mensen die ik me kan scheppen die wel naar me luisteren!