Geknipt Proza 1973


In onze schoolagenda's stonden bij elke week aforismen. Dat kon ik dus ook wel vond ik.
in deze regels staat heel kort weergegeven
waar ik een heel boek mee heb volgeschreven
een gedachte in twee of drie regels
da's makkelijk
maar is het ook mooi?
Dit verwoordt ook enigszins wat ik meende te begrijpen als het verschil tussen poézie en proza.
alleen al het feit
dat ik dit hier zo neerschrijf
betekent dat er meer staat dan dat er staat
je loopt over straat en je denkt
aan vroeger en wat je nu had kunnen zijn
als je gedaan had wat je niet hebt gedaan
als je gelaten had wat je wel hebt gedaan
en je denkt wat kan het mij ook schelen
wat kan 't mij ook schelen ik kan toch niet meer terug
maar het kan je wel wat schelen anders dacht je niet terug
En de natuur liet me ook niet los....
mogen we morgen mee naar 't bos
vragen de kinderen van de wereld
mogen we morgen kijken en zien
wat we ervan hebben gemaakt
of hebben we er met z'n allen
zo'n grote puinhoop van gemaakt
dat er geen bos meer is om heen te gaan
hoe raad je het zo zei de wereld
het principe van de onzekerheid
Ik adopteerde onzekerheid als een levenshouding
jij zegt ik spreek de waarheid ik zeg van niet
spreek jij de waarheid nou spreek jij de waarheid niet
spreek ik de waarheid nou spreek ik de waarheid niet
wat is de waarheid? is de waarheid? is de waarheid niet?
en als ik zeg dit is de waarheid, spreek ik dan de waarheid of niet
is mijn waarheid de waarheid of niet en is mijn zijn geen zijn
en is wat ik zeg niet en is het dus de waarheid niet
wat is dan wat en is iets wel en is er dan wel iets
of is de wereld niet of is hij slechts verbeelding
of zelfs dat niet eens
koud
is mijn hart
blind zijn mijn ogen en
doof zijn mijn oren voor de buitenwereld
bloed onder mij en op mij
en door mijn haren
ik ben een gruwelijk gezicht en
dood
Plotseling kreeg ik het door...
de mensen die ik ken
kennen de mensen die ik ken
goed
maar de mensen die ik ken
ken ik niet goed
niet alledaags
Op een schoolavond of zo vond iemand het weer eens nodig iets te vinden van mijn gedrag en dat te laten merken (of dat dacht ik...)
je lacht je naar om wat ik doe
want wat ik doe is niet erg alledaags
je doet me na om wat ik doe
en denkt me ziende blind als ik niet reageer
je denkt wel dat je o zo leuk bent
jij niets gewende zotte spotter met je praats
maar om jouw onbeholpen overdrijven
lach ik toevallig nog het laatst