episode 6 (28-7-83)


Het paleis van de dictator leek wel een doolhof en Jan voelde zich alsof hij drie en een half jaar rondgezworven had zonder iemand tegen te komen. Hoe was dit mogelijk? Hij, een geniaal uitvinder, zou toch niet meer dan drie jaar nodig moeten hebben om, eenmaal binnen, de leeuw in zijn hol te vinden? Voerde zijn tegenstander, de gehate Gredorex IVa, iets onheilspellends in zijn schild dat te maken had met het vervormen van de tijd, zodat wat drie jaar leek in werkelijkheid drie uur of misscien zelf drie seconden waren? Wie zat er zijn zinnen te begoochelen?

Plotseling viel de vloer onder zijn voeten vandaan. Hij zweefde in de lucht. Viel hij omhoog of omlaag? Wat was dit voor een krankzinnige vraag die hij zichzelf stelde, je kon toch alleen maar omlaag vallen? Ook was het aan alle kanten duister om hem heen, zodat hij nergens uit kon opmaken waar hij was. Hoe kon dit alles toch gebeuren? Daareven was hij in het volle licht Livia's boudoir uitgeslopen en nu kon hij geen hand voor ogen meer zien.

Zijn voeten raakten iets, het veerde en hij nam aan dat hij op een of andere manier terugstuiterde, zoals wanneer je op een trampoline neerkomt: terug in de richting van waaruit je gekomen bent. Maar hij kon het niet met zekerheid vaststellen want hij had geen referentiepunt, nergens, niks. Gebeurde er maar iets dat hem uit deze bizarre toestand verloste, alles was beter dan dit rondspartelen in wat wel het niets leek.

Het werd licht, en hij kwam ineens tot stilstand. Koboldachtige wezens grijnsden hem aan en spraken tot hem in een onverstaanbare taal. Jan reikte in zijn borstzak en haalde er een vertaaloorknop uit die hij zelf had uitgevonden, en deed die in zijn oor.

"Goeiemiddag" zeiden de kobolden, nu hij ze kon verstaan. "We hebben je uit dat paleis weggeplukt omdat je op het punt stond iets stoms te den. Als je de deur had geopend waar je bijna voor stond, had je namelijk de slaapkamer van Gredorex IVa binnengekekenen hem bezig gezien met jouw Livia. Dan had je hen beiden vermoord en dat zou het stomste geweest zijn dat je had kunnen doen: je tegenstander vermoorden".

"Tegenstander?" vroeg Jan. "Hij is niet mijn tegenstander, hij is mijn aartsvijand. Hij haat alles dat goed en mooi en rein is en dat maakt hem tot degene die ik, Jan Puitert, weldoener der mensheid, boven al dien te haten. Het zal een zegen zijn voor de wereld wanneer hij eenmaal uit de weg geruimd is.".

"Haastige spoed is zelden goed." hernamen de kobolden. "Begrijp ons niet verkeerd, wij hebben ook zo onze grieven tegen de dictator. Hij wil de dingen zoals ze zijn veranderen, de wereld naar zijn hand zetten en maken tot een betere plaats om te zijn, en wij hebben een hekel aan verandering. Maar we willen niet dat hij vermoord wordt, want dat zou ook een verandering zijn.. Met verandering bedoelen we trouwens niet wat er gewoonlijk van het ene moment op het andere verandert, want dat is de loop der dingen; maar opgelegde verandering - wat er extra verandert doordat een individu iets bepaalds willens en wetens onderneemt of nalaat.".

"We hadden ons zo gedacht je het volgende voorstel te doen." gingen de kobolden verder, "Wij bevriezen de tijd in het paleis en in het land, met uitzoendering van jou en de zaken waarmee je verkiest te werken. Jouw deel van de overeenkomst  is dat je in de gelegenheid die je zo krijgt, een manier vindt om Gredorex IVa buitenspel te zetten zonder zijn leven of zijn handelingspotentieel aan te tasten. Het enige dat er moet gebeuren is dat zijn rol in de gebeurtenissen in jouw land minimaal wordt. Als hij dan voor wat betreft de dingen die belangrijk zijn niet meer onze vijand is maar alleen nog een persoonlijke voor jou, omdat je hem als mens niet kan uitstaan of omdat hij je vrouw heeft afgepikt of wat dan ook, kun je met hem doen wat je wilt. Tot dan houden wij je in de gaten en reken er maar op dat we je er van weerhouden zijn persoon voortijdig te schenden.Voordat je hier kwam heb je een voorproefje gehad van wat we kunnen, en we kunnen nog veel meer.".

'Ik denk dat ik weinig keus heb" antwoordde Jan droog. "Of zou ik misschien de enige mens zijn die in een positie verkeert om dit tij voor jullie te keren?".

"Als je niet meedoet zal het voor jou eenvoudig onmogelijk worden om de dictator tegen te houden of te bestrijden." antwoordden de kobolden even droog. "En dan is het ook voor ons een verloren zaak, tenzij we er nog snel iets op vinden. Dus denk goed na, je kunt er alleen maar bij winnen.".

"Okee, ik doe het." zei Jan Puitert en stak zijn hand uit om de overeenkomst te bekrachtigen. Het enige resultaat was dat hij weer in de duisternis belandde.