episode 3 (3-8-1979)


Het bleek een kopie van een instructiefilm voor toekomstige kolonisten. aangezien hij zelf verantwoordelijk was voor deze teleurstellig vloekte hij zichzelf hardop hartgrondig uit. Toen moest hij even heel erg blozen. De fragmenten die hij nu aanschouwde zouden niet hebben misstaan in een willekeurige eersterangs pornofilm. En TOEN begreep hij de boodschap van de film. Toen even later het volkslied de beelden begeleidde van de dictator die zijn helden uitzwaaide was het helemaal duidelijk. Deze schurk, deze Gredorex IVa had hem, Jan Puitert - DE Jan Puitert - zijn minnares ontstolen.

Ongetwijfeld kwam zo'n daad van staatshoofdelijke willekeur wel vaker voor maar ditmaal was de dictator voor een gevaarlijke tegenstander komen te staan. Daarom had hij hem geheugenverlies bezorgd en hem willekeurig ergens in de tijd heen gestuurd. Maar hij, Jan Puitert, die naast geniaal uitvinder ook occultist was had dit alles voorzien en boodschappen verstopt voor wanneer hij weer in zijn eigen tijd terug zou komen. Dat had hij liever gedaan dan zich verweren tegen de tiran omdat hij dan vrijwel zeker gedood zou zijn. Nu kon hij op zijn gemak de strijd aangaan en winnen, aangezien de dictator zou denken dat hij wel ergens in de een of andere tijd ver van daar rond zou spartelen. Dat was namelijk diens gewoonte: stuur ongewenste elementen naar een barbaars tijdperk, daar maken ze hem of haar wel op gewelddadige wijze dood en anders was de betreffende persoon in elk geval voorgoed verdwenen.

Maar Jan Puitert was een formidabeler tegenstander dan deze Gredorex IVa had gedacht, lachte Jan in zijn vuistje. O, de tiran zou behoorlijk moeten boeten voor zijn roof van Livia, dat kon hij nu al met zekerheid zeggen. Alleen, hoe zou hij het aanpakken? De tiran was er van overtuigd dat hij uit de weg geruimd was en daar moest hij gebruik van maken, dat stond in elk geval als een paal boven water. Hij maakte zich heel klein zodat de nanofilm voor hem leek op een zestien millimeter film zoals wij die kennen. Dat kon hij door zijn uitvinding van de auto-miniaturisator, een slim toestelletje waarvan de werking berustte op de realisatie van een theoretisch limietgeval van de Wet van Ernst. Hij stopte de film in zijn achterzak om later in het gezelschap van Livia nog eens op hun gemak te kunnen genieten van de fragmenten uit het hoofdstuk Voortplanting en maakte zich op om door het sleutelgat te kruipen.

Helaas. Door zijn gedwongen verblijf in het verleden was hij een paar dingen ontwend geraakt. Het ontbreken van sleutelgaten was daar één van. Hij maakte zich, nadat hij zich voorzichtig voor het geniale (vandaar die voorzichtigheid) voorhoofd geslagen had, nóg kleiner en krop onder de deur door. Vervolgens maakte hij zich weer zo groot als hij behoorde te zijn en bracht en passant ook de nanofilm op een handelbaarder formaat. Toen sloeg hij zichzelf andermaal voorzichtig voor het hoofd. Hij had helemaal niet zo moeilijk hoeven doen! De deur was gewoon open en geen vijand was in de buurt. Nu ja, hij wist in elk geval dat zijn uitvindingen het ook daadwerkeijk deden en, wat ook erg prettig was, hij had alvast de nanofilm vergroot.

Zonder zich dus echt lullig te voelen ging hij zijns weegs. Al spoedig belandde hij in de open lucht. Dit bevreemdde hem in hoge mate, want in zijn eigen tijd bestond er geen open lucht meer. Althans niet op aarde op begane grond niveau. Wat voor flauwe grap had hij nu weer met zichzelf uitgehaald? Of was zijn verdwijnmachine toch niet helemaal onberispelijk?

Terwijl hij zich dit zo afvroeg kwam er weer zo'n blikken postduif die hij zelf had uitgevonden onhoorbaar aanzoemen. In de boodschappengleuf zat een briefje met slechts één woord: Gefopt!

Nu was het tijd om krachtige taal te gebruiken. Kennelijk had de dictator voorzien dat hij zou ontsnappen en met zijn verdwijnmachine geknoeid. Verslagen zat hij ter neder. Het was afgelopen.

Afgelopen? Ha nee, het begon pas! Hij had zich ineens wat herinnerd.