Pocketworstje (meer over Janos Langman)


Met een pocketworstje in zijn achterzak gestoken verliet Janos Langman, de held uit onze vorige episode, een zeker lokaal om zijn geluk in de rest van de wereld te gaan zoeken. Het epos waarmee hij maar zo langzaam vorderde had hij - drie weken geleden nu al - terzijde geschoven en zijn dagen bracht hij nu door met afwisselend balen en pocketworstes kopen. Er was een tijd geweest dat het eenvoudige genoegen van aan de slag te zijn voor hem voldoende was, de simpele vreugde van het idee ergens naar toe te werken, maar ach en wee! tijdens zijn krampachtige pogingen zinnige frasen op papier te krijgen hadden zich aan zijn geestesoog dermate ontregelende vertoningen voorgedaan dat hij, inderdaad, enigszins ontregeld was.

Misschien is dit toch ietwat understated beschreven. Eerlijk gezegd was Janos Langman volslagen van slag af. We kunnen rustig en zonder overdrijven vaststellen dat hij het spoor volkomen bijster was - ja werkelijk, van de vijf had hij er misschien nog maar anderhalf op een rijtje. En dat is dan een voorzichtige en optimistische schatting. Laten we wel wezen mensen: Janos Langman was, kort en goed gezegd, een schoolvoorbeeld van een menselijk wrak. Waar anderen zich laten onthutsen door het verlies van vriend, vriendin of echtgeno(o)t(e), waar nog weer anderen zich in de zenuwen gooien door het ondergaan van onnoemelijk menselijk leed, waar nóg weer anderen zich voor de kop slaan bij het missen van een makkelijke scoringskans tijdens het beoefenen van hun lievelingssport, daar deed Janos Langman zoiets onbenulligs als het verliezen van het zicht op een doel in het leven. En kijk, als we zo beginnen, dan hoeft het voor mij ook niet meer.