Het regende


Vloekend op mezelf en op het rotweer reed ik naar huis. Maar laat ik het daar niet over hebben, er is al genoeg ellende op de wereld, wat hamer! De zon schijnt inmiddels alweer (en niet alleen buiten) en de tijd is gekomen dat ik mijn herinnering oppoets en aan mijn hart ga koesteren. De herinnering namelijk aan het levendige gesprek dat ik gisteravond had met een Parijse operazangeres. Ze was speciaal overgevlogen om het verjaardagsfeest van haar hartsvriendin bij te wonen, bij wie ik die avond ook te gast was.

Even iets vertellen over die hartsvriendin, die ik vroeger ook nog eens bemind heb. Wij woonden op dezelfde etage van een groot flatgebouw, tegenover elkaar aan dezelfde gang, en naast haar woonde, o toeval, een goede vriend van mij die haar ook beminde maar aanmerkelijk minder stil dan ik. De ironie van het geval wil dat hij veelvuldig zijn hart bij mij kwam uitstorten, omdat hij bang was haar met zijn gevoelens op te zadelen terwijl ze misschien niet goed wist wat ze er mee aan zou moeten; zodat ik aanbood om voor hem te bemiddelen.

We waren allebei verliefd op haar en we wilden haar.allebei sparen, niet ineens patsboem de loodzware last van onze hartewens op haar stapelen. Mijn vriend was gek van haar en ik van mjjzelf. Ik wilde laten zien hoe onbaatzuchtig ik was, hoezeer geneigd om haar eerst te horen zeggen of ze mij wilde en om als het nee was alles zonder problemen en scènes te zullen vergeten. Dat was mijn stille boodschap voor haar. Wat was ik dom en naief! Zij vond ons beiden aardig, maar wees de liefde van mijn vriend af en kwam de mijne niet eens te weten.

Terug naar de Parijse operazangeres. Haar hartsvriendin, mijn ex-geliefde, was inmiddels voorzien van een echtgenoot en een luxueus buitenhuis, en daar ontspon zich het navolgende drama, dat zo mooi begon.

Ik drentelde druk heen en weer tussen de gasten, van wie ik sommigen kende, en met wie ik dan ook de kennismaking hernieuwde, tot de operazangeres, opmerkzaam gemaakt door haar hartsvriendin op mijn interesse in muziek, het woord tot me richtte en me vroeg wat ik zoal deed op dat gebied. Ik vertelde haar van het muziekgezelschap en van het koor bij welke ik werkte, en we praatten lang over wat we beiden in ons bezigzijn met muziek en zang hadden meegemaakt.

Helaas! Tijdens het vele praten dronk ik zonder het te merken te snel en te veel, waardoor ik nu een buitengewoon heftige hoofdpijn heb en me niet meer kan herinneren wat we precies allemaal zeiden. Uiteindelijk verloor ik mezelf in wartaal, merkte ik en vroeg haar ten dans. Ze ging mee en dat was wel zo heerlijk! Ik dronk nog meer, en tenslotte kon ik nog maar aan één ding denken: de zoete geur van haar parfum, vermengd met die van haar lichaam... Ik werd vrijpostig, te vrijpostig, liet mijn handen gaan waar ze niet mochten, en zij pakte ze vast en sleepte me mee naar een zitplaats, waar ze me achterliet. Ik voelde me miserabel, dronk niet meer en toen ik wat ontnuchterd was ging ik naar buiten. Het regende.

Vloekend op mezelf en op het rotweer reed ik naar huis.