"He's such a fine dancer..."


Hij kan zo mooi dansen. Het moét wel een gave zijn, zoals hij danst kan niemand het die alleen maar een heleboel scholing gehad heeft. Zo fantastisch gebruik maken van alles dat je met je lichaam kunt doen, zo'n sublieme controle over al je bewegingen, zo creatief tekeer gaan binnen de weinige beperkingen die de danskunst je oplegt, zo bewust gebruik maken van de mogelijkheden die de meest uiteenlopende materialen en voorwerpen je bieden, zo geraffineerd allerlei grimes en kostuums toepassen. Je zo kunnen uiten.

Ik benijd hem.

Hij kan zo mooi dansen. Hij is fataal. hij dwingt je bewondering af, en met die bewondering verdwijnt je levenslust. Opgewonden door het fraaie gezicht vind je geen rust meer en probeer je terug te vinden wat je gezien hebt.

Dan zie je hem terug, afgeschminkt. Hij danst niet voor je, maar wil je wel behulpzaam zijn. En zoals andere sterren je hun handtekening schenken, schenkt hij je het enige dat je nog gelukkig kan maken: vergetelheid.

Hij is het leven, die ook de dood blijkt te zijn. Ik weet niet, of ik hem moet minnen of haten.