Goede naam


Potverkaatje! heb ik me nou toch een boek gekocht, een heuse misdruk. Vol verwachting, met rode oortjes en dito konen lees ik dat de stukken eraf vliegen en dan stuit ik ineens op een witte bladzij! En daar, nog één! Foei, de boekbinder heeft een katern ingebonden dat helemaal niet mee ingebonden had mogen worden, omdat het niet volledig is!

Geborneerd stap ik naar de boekhandel waar ik het boek vandaan heb. "Moet u kijken. dit, en dit, en dit!" zeg ik verhit. "Maar liefst zestien blanco bladzijden!"

"Het is wat te zeggen meneer" zegt de persoon achter de toonbank. "Heeft u het bonnetje bij u?"

"Nee eh, nee" hakkel ik verbouwereerd, "maar kijk, hier heb ik het pakpapier waar het ingezeten heeft. U herkent mij toch nog wel?" "Het spijt me, men-" "En kijk hier, de manier waarop de prijs erin staat, die paraaf, die is toch overduidelijk van hier afkomstig!"

Uiteindelijk, om een lang verhaal kort te maken, worden we het eens dat het boek uit deze zaak afkomstig is. Maar dan blijk ik mijn naam er al in gezet te hebben. "Nou en?" wil ik weten, "u verkoopt dit boek toch niet meer, of misschien in de uitverkoop, heel interessant voor verzamelaars, een misdruk van de derde verhalenbundel van Maarten Biesheuvel, wat interesseert het hun of er al een handtekening van de een of andere mafkees in staat! Doe me nou toch even een lol zeg. Of mijn naam er nu wel of niet in staat, de nieuwprijs is dit boek toch niet meer waard. Denkt u nou heus dat ik ga kijken of alles aan dit boek wel precies goed is, voordat ik m'n naam erin zet? Kom nou, ik verwacht toch zeker dat u boeken verkoopt die kompleet zijn? Laten we het eens zo stellen: als ik mijn naam niet in dit boek had gezet, dan had u zich als boekhandel diep beledigd moeten voelen! Deze naam is hier in goed vertrouwen neergeschreven, mijnheer!"

"Maar zelfs in de uitverkoop kan ik dat boek niet meer verkopen, nu uw naam erin staat" probeert de winkelbediende nog. "Ach wat" zeg ik. "Een stevig stuk radeergummi, even een half uurtje ploeteren,en het is gepiept. En nu zou ik graag een nieuw, intact exemplaar van u ontvangen".

De bediende roept z'n chef erbij, maar die geeft mij gelijk. Tenslotte drijft hij een respectabele boekhandel, waar de klant nog koning is. "Zo zijn er niet veel meer vandaag de dag, meneer" zegt hij en sluit luidruchtig zijn neus in een grote zakdoek, "maar bij mij wordt u gegarandeerd nog als heer behandeld. Ik prijs mij gelukkig dat u hiermee bij mij terug bent gekomen. U heeft gelijk, zoiets als dit geeft geen pas".

Geroerd neem ik uit zijn handen een nieuw exemplaar aan van het boek, en kijk het op zijn uitdrukkelijk verzoek nog even vluchtig door, Het blijkt een gaaf exemplaar. "U kunt ook op mij rekenen, mijn klandizie bedoel ik" zeg ik na minstens zo luidruchtig als de winkelier zelf mijn neus te hebben gesnoten, die net als mijn gemoed even vol was geschoten. Ik schud hem de hand en verlaat het pand. Thuisgekomen ga ik gezellig verder lezen, te beginnen bij het verhaal waarin ik de eerste witte bladzij had aangetroffen. Wat is lezen toch heerlijk!