Fido het konijntje


Er was eens een klein konijntje. Fido heette het. Een eenzaam jongetje had het op weg van school naar huis opgepakt en meegenomen. En nu zat Fido in een nauw hokje in plaats van in het grote ruime bos. En al deed hij iemand een grenzeloos plezier door hier te blijven zitten, hij vond het toch niet zo leuk. Hij verlangde naar huis, en je zou kunnen zeggen, de secundaire arbeidsvoorwaarden (huisvesting, voeding en dergelijke) waren niet zo goed. Maar ja, hij kon niet zomaar weglopen, want het eenzame jongetje was een kei in stevige hokken bouwen.

Arme Fido. Wat moest hij toch doen. En de poes des huizes elke keer als hij langs het hok kwam vals grijnzen... alsof hij zeggen wou haha, jij zit lekker in een hok en ik loop vrij rond in dit pietepeuterige tuintje en gelukkig zit er een gat in de heg dan kan ik er af en toe eens tussenuit knijpen. Tja, het leven van een gezelschapskonijn gaat niet over rozen.

Gelukkig kreeg hij die zomer last van mixomatose, de gevreesde konijnenziekte, en de dierenarts raadde het eenzame jongetje aan het beestje maar af te laten maken. Het heeft geen leven zo, zei de goede man. Dat het al tijden geen leven had gehad, dankzij de rozen waar zijn leven niet over ging, kon de man natuurlijk niet weten. En zo belandde Fido dan uiteindelijk toch in de zevende (konijnen)hemel, omdat hij de eenzamen gezelschap had gehouden.