Bedtijdverhaaltjes van Ome Dirk
Ach, wat mis ik de manier waarop ik lang geleden in slaap placht te geraken. Die ome Dirk! Die wist toch maar telkens weer nieuwe slaapverwekkende gebeurtenissen te verzinnen. Had ik toch maar zo'n rijke fantasie! maar nee, ik kom niet verder dan rare verhaaltjes over sinaasappelen die de fruitschaal verlaten om het eens op eigen krachten te proberen - en die beschaamd komen terugkrabbelen en bedeesd vragen of ze weer opgenomen mogen worden in de grote kring, en zulk soort flauwekul is niets gedaan: slaapverwekkend misschien - maar niet dat je nou zegt ha fijn, een prima verhaaltje voor het slapen gaan. Ja, niets is banaler dan een moralistische boodschap.
Nee, dan ome Dirk, dat was een man naar mijn hart! Hij hield zich niet onledig met zinloze liedjesschrijverij die niemand iets oplevert, en hij bezondigde zich al evenmin aan rare amateuristische muziekbeoefening die niet gebaseerd is op talent of werkelijke interesse maar louter op krampachtige pogingen om interessant te doen en en passant misschien een buitensporige hoeveelheid geld verdienen. Niets van dat al. Ome Dirk was een eenvoudige handwerkende recht door zee vaderlander die het brood nog in het zweet zijns aanschijns verdiende en 's avonds voor het slapen gaan zijn eeltige duim ter hand nam en zoog en zoog tot hij een passend verhaal te pakken had waar je rustig bij in kon sluimeren.
Lukte hem dat, dan was je ervan verzekerd dat je de eerstkomende uren de slaap der gerechtvaardigden sliep tenzij je tussentijds ruw gewekt werd door een onvoorziene gebeurtenis zoals het vermoeden van je echtvriendin dat er beneden een inbreker rondsloop. Dan zat er niets anders op dan je kamerjas aan te schieten, op je blote voeten de trap af te dalen (voor pantoffels was je immers veel te heldhaftig!), en met je zaklantaarn de duistere woonkamer binnen te priemen om tot de konklusie te komen dat je wederhelft - nog rijker dan jij zelf gezegend met een levendige verbeelding - zich voor de zoveelste keer iets ingebeeld heeft.
Mismoedig keerde je terug naar boven, probeerde je je tot klompen geworden voeten op te warmen in het inmiddels afgekoelde bed - want je dame had zich inmiddels omgedraaid op haar eigen helft en hield er niet, zoals jij, de gewoonte om na om tijdens het inslapen al woelend gebruik te maken van elke beschikbare vierkante centimeter matrasoppervlak, er intussen wonder boven wonder in slagend niet uit het bed te rollen dat zich toch zo'n tien centimeter boven de vloer bevindt, waardoor het geheel gelijkmatig warm gehouden wordt - en wentelde je luid zuchtend van de ene op de andere zij zonder in slaap te kunnen komen. Want hoe zou dat je moeten lukken zonder bedtijdverhaaltje van ome Dirk? Dat is godsonmogelijk!
En daarom was je toch wel goed de pineut toen hij eenmaal onder de groene zoden lag, een keurige marmeren plaat boven zijn hoofd met daarin uitgehouwen de diverse mededelingen die zijn weduwe (en hijzelf, bij testament bepaald) voor deze gelegenheid toepasselijk achtte. Nooit meer een verhaaltje van ome Dirk! Zou het daardoor komen dat ik aan slapeloosheid lijd?
Want de fantasie en de zeggingskracht van Ome Dirk zal ik nooit kunnen overtreffen. Was ik in mijn jeugd toch verstandiger geweest, dan had ik zijn verhalen opgetekend voor het nageslacht zodat ik er goed geld mee had kunnen verdienen, maar ja zo'n oom daar geloof je niet van dat-ie dood gaat zoals andere mensen. Ik had het geld geheel in stijl opgemaakt, ik ben er van overtuigd dat het ome Dirk en zijn nagedachtenis innig gestreeld zou hebben als ik het gebruikt had om voor mij en mijn vrienden vele rondjes pils te kopen om te toosten op wijlen mijn ome. Zijn weduwe heeft een mooi pensioen van de Nederlandse staat dus die heeft het niet nodig wat ik aan ome Dirk's verhaaltjes zou verdienen, en ik des te meer want een gat in je hand is een ernstige aandoening en een onbevredigbare drankzucht evenzo.
Dankzij die onlesbare dorst van mij. die al vroeg van zich deed spreken, was ik de oogappel, de hartedief, het lievelingsneefje van mijn ome, en daarom zou ik ook de enige zijn die in aanmerking komt om de nagedachtenis van mijn oom te eren met de weergave van en het verdienen aan zijn vele vertellingen. Hoe gaarne zou ik hem, ook al is hij nu dood, dat plezier doen, maar mijn geheugen is (en was in die tijd al) zo lek als een vergiet. Mijn familieleden, o schande!, mijn broers en zusters, neven en nichten die het genot mochten smaken ome Dirk's verhalen aan te horen hielden de produkten zijner fantasie voor dronkemansgepraat, de ondankbare honden.
Het is waar, ik geef het grif toe, hij hield van een goede slok op z'n tijd en je hoefde hem nooit twee keer te vragen of hij nog een glas bliefde, maar zo ver gaan als dergelijke lasterpraat rond te strooien over zijn manier om je in slaap te vertellen, dat zou ik nooit over mijn hart kunnen verkrijgen. Ach, hoe bezwaard voel ik mij toch, wetend dat ik als enige in staat was zijn buitengewone verrichtingen op hun waarde te schatten, wetend ook dat juist ik nooit in staat was de grote spitsvondigheden, wijze lessen en amusante vertellingen waarmee mijn oom te koop liep, te onthouden opdat ik ze aan het nageslacht zou kunnen doorgeven. Zou het misschien komen doordat ik telkens als ik hem aanhoorde zoveel drank achter de knopen had?