Avondje uit


Hoe kan ik zo een beroemd schrijver worden? Als ik mijn meest briljante invallen krijg voor openingszinnen van verhalen is er geen pen of papier in de buurt. Ik troost me maar met de gedachte dat ik, als ik ooit nog eens mijn alter ego achterna ga en een afspraak maak voor elke week een verhaal in een tijdschrift, niet om inspiratie verlegen zal hoeven te zitten zolang ik mijn opschrijfboekje niet vergeet.

Zoals nu: ik zit in een café met Ineke, een meisje op wie ik een oogje heb; Minke, het meisje waar mijn beste vriend Reinout op verliefd is; en Rollo, een vriend die in hetzelfde huis als Reinout, Minke en ik woont. Rollo flirt met Ineke en ik merk dat ik Minke ook heel aardig vind. En dat terwijl Reinout oorspronkelijk ook meegegaan zou zijn. Ik kan hem toch zijn stille liefde niet ontnemen voordat hij haar die verklaard heeft? Nou, daar zou ik dan een schitterend verhaal rond kunnen bouwen over wat iedereen denkt en verder doet die avond (ook Reinout in zijn nachtdienst op Schiphol) en hoe één en ander zich ontwikkelt.

Of het volgende: de discodreun maakt me slaperig. We zijn in een dancing maar er is haast geen plaats meer om te dansen. We zijn maar aan een tafeltje terzijde van de dansvloer gaan zitten, en naast mij zit zíj. Ik laat mijn hoofd op mijn op het tafelblad liggende armen zakken en voel haar blonde haar tegen mijn hoofd strijken, o wat ruikt het lekker!. Ik weet wel wat ik nu het liefst zou willen.

Of iets over die gozers die we in de bus naar de stad tegen kwamen en die mij hoorden praten over muziek, vroegen of ik een instrument speelde waarop ik antwoordde ja bas en gitaar, en zij zeiden nou dan word jij vast de nieuwe dokter Funkenstein, wat voor muziek ga je spelen vroegen ze ook nog nadat ik zei dat ik met een band bezig was, dat hangt er vanaf antwoordde ik want ik ben natuurlijk niet de enige die het voor het zeggen heeft, maar de nieuwe dokter Funkenstein word ik niet, je bedoelt Bootsy Collins want dat is de bassist van die meneer. Hee te gek zeiden ze toen, iemand die er wat van afweet, gelukkig was de bus op z'n eindbestemming aangekomen voordat ze door konden vragen want dan was ik door de mand gevallen. Ja, zei ik even later tegen een vriend van me die er ook bij was, dat heb je als je een muziekkrant leest en af en toe wat namen weet te onthouden.

Of over de busreis terug waar een gozer meende dat wat jongens die achterin aan het dollen waren met elkaar op de vuist gingen zodat hij kwaad naar de chauffeur ging om ze eruit te laten gooien. Maar die reed gewoon door en even later stapten de jongens uit. Toen ging de man aan allerlei mensen vragen u vond toch ook dat die ene jongen gemolesteerd werd en toen iemand zei rustig aan toch kerel begon-ie bijna zelf te meppen.

AllemaaI dingen waar je prachtige verhalen omheen zou kunnen bouwen, maar ja dat gaat nu niet meer. Het is nu zaterdag, er moet gewerkt worden, niet voor het dagelijks brood maar aan al die rotzooi die ik de rest van de week om me heen laat slingeren doordat ik de tijd niet neem om het op z'n plaats terug te leggen. Zo ongeveer functioneert mijn brein ook, één keer in de week opruiming en dan moet ik een hele hoop op zich interessant materiaal weggooien omdat het z'n actualiteit alweer verloren heeft en alles bij elkaar te veel is om rustig uit te werken. Hoe kan ik zo een beroemd schrijver worden?