Associaties


"Wat voor den drommel zullen we nou krijgen?" vroeg ik hogelijk verbaasd. "Ik woon hier al vijfentachtig jaar... eh, mijn familie bedoel ik".

"Zeur niet ouwe baas" bromden ze "Alles komt best in orde". Ze richtten een of ander wapen op me, schoten... ik voelde me duizelig worden, alles begon te draaien, ik werd er misselijk van. Toen ik overgaf kwam het er niet uit gulpen, nee het vlóóg er uit in dobbelsteentjes. Zes vierenvijftig lag er en doordat mijn medespeler er niet in slaagde daarboven te komen won ik. Het was niet veel zaaks wat ik won, zo'n goedkoop namaak kunstvoorwerpje dat je op de kermis uit een automaat kunt halen met de nodige handigheid en mazzel.

Met het kleinood in de prullenbak daalde ik af naar de begane grond, waar ik de prullenbak leegde en weggooide. Oom agent, die vlak bij stond, zei goedkeurend: "Braaf zo, neefje", het feit negerend dat de prullenbak tien meter verderop terechtgekomen was op het hoofd van een heilsoldaat. Deze slingerde daarop zijn strijdkreet naar het hoofd van oom agent, om rechtvaardigheid te bereiken en toen was mijn familie weer een lid kleiner.

Ik bedankte de heilsoldaat, wenste hem succes en ging op weg. Daar stond mijn huis. Het was omgetoverd in het gokpaleis waar ik zojuist dat kunstvoorwerpje gewonnen en weer weggegooid had. Zo gewonnen, zo geronnen.

De portier sprak me aan met papa en ik aaide hem over zijn bol. Hm, ik was benieuwd wat mijn vrouw vanavond weer op tafel zou zetten. Zij is een echte keukenprinses moet u weten. Helaas! Toen ik binnenkwam trof ik de hele huishouding in rep en roer. Mijn schoonvader, de keukenkoning, was zijn dochter komen terughalen. Ze beschuldigen mij ervan dat ik haar zwanger had gemaakt. Nu, ik zal de laatste zijn om dat te ontkennen.

Op deze vlotte bekentenis volgde een gevangenisstraf van dertig jaar. Toen ik er weer uit kwam was ik een gebroken man, een wrak. Voordat ik voor het laatst de ogen sloot zag ik nog juist iemand van me weg zwemmen naar een onbewoond eiland in de verte. Hij haalt het nooit dacht ik en ik kreeg gelijk: ik verdronk halverwege.