Aangenaam kennis te maken


"Dag, ik wou graag een verhaal laten publiceren" zei ik tegen een kalende man met bril achter een bureau. "Zozo," zei deze, "en wat voor verhaal? Hoeveel woorden? Wat voor genre?" Tientallen moeilijke vragen vuurde hij op mij af.

"Och, ik heb van alles" zei ik en nam een verzameling geschriften die ik van thuis had meegenomen uit mijn tas. "Het spijt me dat ik het u niet makkelijker kan maken" ging ik verder, "als ik tot nu toe nog maar een stuk of vijf verhalen had geschreven kon ik het beste er uit kiezen en dat aan u geven, maar ik heb al zoveel op papier gezet...", zuchtend trok ik uit de omvangrijke stapel drie verhalen, keek ze even vluchtig over en gaf er toen twee aan de redacteur "Maar goed, als ik dan per se een selectie moet maken" zei ik en stopte het derde verhaal weer bij de rest. "Nou, ik zal eens zien" zei de man en stond op om me uit te laten. "lk bel u nog wel".

Drie dagen later had ik hem aan de telefoon. "Met uw verhalen kunnen we niet veel meneer, u schrijft net als zekere andere auteurs alleen minder goed. Hebt u niets origineels?" "Tja," zei ik, "dan word het iets waar ik eigenlijk van dacht ... nou ja, enfin" en ik begon voor de telefoon een heel oud verhaal voor te lezen. Halverwege onderbrak de man me."Kunt u ons dat verhaal opsturen?". Twee weken later stond het in het blad waar de man redacteur van was. Ik trots natuurlijk, en meteen overleggen over meer verhalen. Hij koos er nog een paar uit mijn omvangrijke verzameling en plaatste die met onregelmatige tussenpozen. Onderwijl was ik weer begonnen met schrijven, het ene verhaal na het andere, goede en minder goede. Na een jaar kwam mijn eerste bundel uit.

Zo zou mijn schrijverscarrière moeten beginnen.