Hoe het verder ging met mijn toneelambities

 
 
 

Toen duidelijk werd dat het met de Toneelschool Amsterdam niks zou worden (of eerder al) ben ik op aanwijzing van mijn ouders ook gaan kijken op de oriëntatiedag van de "Academie voor Expressie door Woord en Gebaar" zoals deze opleiding destijds heette.

Het was wel een opleiding met het doel om in het onderwijs als docent dramatische vorming aan te slag te gaan, maar daarvoor moest je toch ook een heleboel over toneel en dergelijke leren dus misschien was het wel een leuke "parkeerstudie" voor mij.

Ook hiervoor waren meer gegadigden dan plaatsen, maar in een iets minder ongunstige verhouding en toch slaagde ik erin om in eerste instantie niet in aanmerking te komen. Gelukkig waren er genoeg mensen die bij nader inzien er toch niet heen wilden en zo kwam ik toch op de lijst, genoeg aanleiding om deze kans maar waar te nemen.

 
plaatje van een tragediemasker

Toen begon het gelazer. Er waren grofweg twee richtingen: een die meer de theaterkant benadrukte, vanuit het idee dat je dat eerst moest leren om van daaruit met leerlingen te kunnen werken (en vanuit het idee dat die manier van werken de meeste studenten zou aanspreken), en een die zich ten doel stelde vanaf het begin bezig te zijn met het toekomstige vak en hoe je daar over dacht en van plan was het te gaan leren en later uit te voeren. Dat door middel van een "projectmatige" vorm van onderwijs, grofweg gezegd steeds een onderwerp bij de kop pakken en daar allerlei benodigde aspecten aan op te hangen. Ik merk dat ik alweer helemaal in het jargon verval.

Je zou zeggen, vanuit mijn beweegredenen om de opleiding te gaan volgen zou ik de eerste richting gekozen moeten hebben; maar nee, "projectmatig" was nou juist in de tijd dat ik op de universiteit zat het antwoord geweest op veel problemen (zoals onsamenhangend onderwijs) en dus liet ik me in die richting meeslepen - echt, in mijn herinnering is het zo ongeveer het enige dat de doorslag gaf, voor de rest had ik het gevoel dat het zoveel niet uit zou maken.

Aan de ene kant viel het waarschijnlijk een beetje tegen want theater maken, dat leerde ik zo niet echt. Al moesten we in het kader van uitwisseling en bepaalde simpelweg verplichte vakken die niet vanuit het project gegeven werden - zoals audiovisuele vorming en kostuum-dinges - samenwerken met mensen uit de andere leerrichting. Aan de andere kant was het voor mij als ongeleid projectiel interessant genoeg om een hele nieuwe richting in te slaan en gedwongen te worden me een mening te vormen over zaken die aan de orde waren.

En toen kwam het: ze vonden me te "vinderig", zoals ze dat noemden. Of te wel, ik uitte te veel m'n mening over dingen (denk ik dat ze bedoelden). Pardon (even afgezien van het "creatieve" Nederlands)? Was dat niet waar het om begonnen was? Ik heb daar toen verbaal heftig over om me heen geslagen zonder goed te weten waar ik het over had of wat ik bedoelde, en dat was erg kwalijk want "ik zat het leerproces van de anderen in de weg". Waarschijnlijk was dat ook zo, de meesten kwamen misschien toch gewoon meer om een vak te leren dan om er over te praten of na te denken (of misschien was het de bedoeling dat dat pas later, tijdens de stage of de beroepsuitoefening zou komen) maar ik voelde me ernstig verongelijkt over dat ik - en dat vind ik nu nog wel - eigenlijk precies bezig was met waar ze wilden dat ik mee bezig was (we hadden zelfs een leeronderdeel dat "visie" genoemd werd), en dat dat toch niet goed was.

Nou was het ook de bedoeling in die groep dat wat er gebeurde iets van de hele groep was, dus ik kan me voorstellen dat je er gauw uit ligt als je met iets anders bezig bent dan waar de rest mee bezig is. En een bekend fenomeen in de groepsdynamica is dat een (wat grotere) groep één of meer zondebokken uit z'n midden nodig heeft om te misprijzen en het geaccepteerde gedrag aan op te hangen. Alleen jammer dat de begeleiders daar te weinig verstand van hadden om de pijn voor de slachtoffers (waar ik er dus een van was) wat te verzachten of te compenseren.

plaatje van een komedie masker

De sfeer op de school was heel erg gemoedelijk en ondanks alle turbulentie heb ik er zeker een hoop geleerd. En de groep waar ik voor gekozen had maakte weliswaar deel uit van een aparte afdeling binnen de academie die zich "Vormingstheater Utrecht" noemde, ze deden toch gewoon mee aan een aantal standaard activiteiten binnen de school. Het was ook niet zo dat ze een eigen gebouw hadden of zo (hoewel later wel voor een tijdje).

Ze waren ook niet de enigen die gebruik maakte van jaren-zeventig-jargon: over de hele school was het onderwijs georganiseerd rond zogenaamde onderwijs-leer-eenheden (wat erop neer kwam dat je binnen marges je eigen vakken of cursussen kon kiezen) en het "praktijkgedeelte" voor eerstejaars bestond uit een tweetal "Project Dramatische Vorming"en wat tegelijkertijd voor derdejaars een gedeelte van hun stage-opdracht was.

Voldoende gelegenheid om toneelmatig bezig te zijn: voor de derdejaars om het te organiseren/regisseren en voor de eerstejaars om het uit te voeren en te leren geregisseerd te worden. Het was het gedeelte waarbij ik eigenlijk nog het meest met de uitvoerende kant van het theater bezig was. Hoewel, ik kan me ook nog iets herinneren over een soort bonte avond waar ik samen met een collega Amsterdammer een zwijgende (ja sorry, mime) act deed voor de rest van de groep.

We hadden ook vakken als kostuumkunde (?) en grimeren waarbij ik onder andere merkte dat "naar het leven" tekenen (of te wel schetsen wat je ziet in plaats van hoe je denkt dat het moet zijn) een kunst apart is en dat het voor mij misschien nog best wel te leren was.

Na een paar maanden met de bus op en neer reizen moest ik mijn studentenflat uit. Ik was zo slim geweest om me niet in te laten schrijven bij Volkshuisvesting Amsterdam om mogelijk een keer in aanmerking te komen voor een woning in de stad, dus eigenlijk stond ik op straat. Ik ben toen maar mee gaan doen aan een kraakactie in Utrecht samen met een aantal mensen van de academie en elders. Best wel een leuke periode: het was winter, kerstvakantie, de wereld was wit en relatief klein maar op een gegeven moment werden we natuurlijk toch gewoon ontruimd.

Gelukkig kon het daarna geregeld worden dat ik een tijdje kon logeren bij mijn oude makkers van mijn studentenflat, omdat iemand die er woonde een paar maanden op vakantie was, en in de tussentijd kon ik dan weer regelen dat ik daarna op de opslagzolder bij mijn oudste zus kon komen, dat was al min of meer ingericht als een kamertje dus dat kwam goed uit. Geen idee meer hoe dat alles gegaan is, flink veel bemoeienis van mijn ouders waarschijnlijk.

Het gaf in elk geval op het huisvestingsfront weer even wat rust.

 
 

Kort en goed, dat werd dus niks met die opleiding, al had ik er nog het eerste deel van een voorwaardelijk tweede jaar voor nodig om daar achter te komen.

 
 
 

terug naar de indexpagina terug naar mijn apropos

content and layout created 2010 by Albert Visser contact me