Zen and the art of motorcycle maintenance was een boek dat mijn aandacht trok bij het lezen van een uitgebreide recensie in de krant. Dat was in de tijd dat ik psychologie studeerde en het werd een tijdlang vrij populair en omstandig besproken en bekritiseerd in onder andere een blaadje van onze subfaculteit.
Naast een verhaal dat me wel aansprak (ik heb wel wat met gekte) zat er ook een filosofie in verwerkt die me heel erg aansprak. Ik kan me altijd wel vinden in het samenbrengen van twee werelden en in dat boek ging het onder andere om het samenbrengen van "klassieke" en "artistieke" kwaliteit.
Sowieso het idee dat "kwaliteit" iets is dat ons aangeleerd moet worden terwijl we eigenlijk al weten wat het is vond ik een interessante stelling.
In het tweede deel "Lila" werd een en ander nog verder uitgewerkt door de twee kwaliteiten iets anders te benoemen, namelijk als statische en dynamische, die allebei hun waarde hebben maar soms tegen elkaar in werken.
Het is een redenatie waarin zowel het behoudende als het vooruitstrevende ergens goed voor is. Ik moet hier nog eens een keer over uitweiden.